Niet geloven, toch vragen om doopsel: kan dat?
Geloven, wat is dat eigenlijk? Aan de hand van 3 paradoxen probeer ik daar in deze serie van 7 posts iets over uit te leggen (5/7)
Paradox nr 3 (a): Persoonlijke ervaring is fundamenteel voor
geloof ó
geloof is ruimer dan eigen ervaring.
a.
Het geloofsavontuur heeft iets dat
bij uitstek persoonlijk en heel individueel gekleurd is.
Anekdote
: Een Franse gevangenisaalmoezenier gaat op bezoek. Een oudere gevangene vraagt
hem het doopsel. De gevangenisaalmoezenier is wat verwonderd. Hij weet dat de
gevangene met geloof bezig is, maar ook dat hij hem onlangs nog zei zelf niet
te geloven. Gevangene vertelt hem over de zuster die al meer dan 10
jaar werkt in de ziekenboeg van de gevangenis, waar eigenlijk niemand wil
werken. Als die vrouw er vrijwillig voor kiest om hier te komen werken, en dat
als meer dan 10 jaar, dan kan het niet anders dan dat God bestaat. Wilt u mij
dopen?
Ø De
hele onderscheiding van de geesten van Ignatius is hierop gebaseerd. God
spreekt rechtstreeks tot mij via vreugde
en droefheid, en dat is verschillend voor elke mens.
Ø Ik
zal geraakt worden door dit of een ander aspect van de persoon van Jezus, en
jij door een ander; de een zal in het bijzonder gevoelig zijn voor de oproep
van Jezus om het geloof te verkondigen, een ander zal als prioriteit voor zich
ontdekken dat hij zich in de sociale sector moet engageren.
Ø Of nog, op bepaalde ogenblikken in mijn leven zal de passie van Jezus voor mij
heel centraal staan, op andere zal het eerder het verrijzenisgeloof zijn waarop
ik steun, en zal ik het moeilijk hebben met het kruis, zal ik er misschien wel
op blokkeren.
Het is
duidelijk dat de persoonlijke geloofsbeleving en -ervaring heel belangrijk zijn. Maar, hoe belangrijk en
fundamenteel ook, uiteindelijk zijn ze heel kwetsbaar, en bovendien erg beperkt en
partieel. Er is meer nodig.
Reacties
Het leven gaat zo snel vooruit dat ik me regelmatig inbeeld dat als ik ongeveer 40 keer mijn leeftijd terugga in de tijd, OLH Jezus zich openbaarde aan de mensen en de boodschap van liefde bracht. Zo simpel en toch zo moeilijk om te leven naar zijn boodschap.
Dat en de wetenschap dat wij als mensen dit leven meemaken - of beter: leven - is voor mij een teken van God.
We zijn het in de wetenschap vanzelfsprekend gaan vinden dat er wetmatigheden zijn in de natuur, maar is dat wel zo vanzelfsprekend? Wat als er helemaal geen wetmatigheden waren? Wat als er niemand zoals de mens zou zijn om die wetmatigheden in de natuur te ontdekken? Waarom maken wij alles mee?
Als ik bid tot God en hiervoor dank, voel ik me veel minder alleen. En ben ik blij dat ik de schoonheid van de natuur, de kunst, de mens mag meemaken. Ik had evengoed nooit bestaan kunnen hebben.