Hemelvaart: waar gaat dat eigenlijk over?
Met de Hemelvaart komt een einde aan de lichamelijke aanwezigheid van Jezus onder de mensen. Er is weliswaar nog de aanwezigheid van de Heer in de Eucharistie. Maar het tijdperk van de bijzondere lijfelijke aanwezigheid van de Zoon wordt definitief afgesloten door de Hemelvaart.
In de dynamiek en de logica van de heilsgeschiedenis, beantwoordt de
Hemelvaart onmiskenbaar aan de incarnatie/menswording: de Zoon is nedergedaald
naar de aarde. Hij heeft er een bepaalde tijd verbleven. Hij is gestorven en is
vervolgens verrezen. Het opstijgen naar de hemel betekent dat Hij teruggekeerd
is “naar waar Hij eerst was” (Joh 6,
62). De Verrezene is nu definitief terug bij de Vader. Hij is opnieuw “tot Gods majesteit verheven”(Joh 7, 39),
“aan
de rechterhand van God. (Mc 16, 19) De vroegere toestand van de
gewone aardse nabijheid is voorbij. Of
zoals Jezus het uitlegt aan Nikodemus: “Er is toch nooit iemand opgestegen
naar de hemel behalve degene die uit de hemel is neergedaald: de Mensenzoon?”
Door de Hemelvaart wordt
zichtbaar datgene wat eigenlijk reeds gebeurd was door de verrijzenis. Nog
anders gezegd, de Hemelvaart, het laatste verschijningsverhaal, maakt doorheen
een symbolisch gebaar, het opstijgen, duidelijk wat reeds is: namelijk dat de
verrezen Jezus zich terug in de liefde van de Vader bevindt. En dit vanaf het
moment van de verrijzenis. Reeds vanaf dat
ogenblik was Hij bij de Vader. Het is “vandaaruit” dat Hij zich, 40
dagen lang, tastbaar en zichtbaar heeft gemaakt voor de zijnen.
De beschrijvingen van de
Hemelvaart zijn eigenlijk heel sober en eenvoudig. In tegenstelling tot de
traditionele heidense mythen en toneelstukken wordt simpelweg beschreven dat
Jezus omhoogstijgt, tot een wolk Hem onzichtbaar maakt. Deze wolk verwijst
uiteraard naar de aanwezigheid van God. Het opstijgen van Jezus naar de Vader mag dan ook niet in een
letterlijke betekenis worden opgevat. Jezus is niet door de dampkring
heengegaan. Het verheerlijkte lichaam van Christus is niet onderworpen aan de
ruimte zoals onze lichamen. Bovendien zijn de Vader en de Hemel ook niet
“boven” (Cf Joh 4, 24). De
richtingaanwijzing die gegeven wordt zegt in de eerste plaats iets over de
symboliek van de hemel: licht, vrijheid en openheid, beelden die verwijzen naar
wie God is.
Nikolaas Sintobin sj
Nikolaas Sintobin sj
Reacties
Ik denk: Genoeg is genoeg en nu maar verder ploeteren.
Op zijn woord/Woord moeten wij geloven.
Uitwuiven op het perron, ook zo vervelend.
Ik zal de Trooster zenden...Je mag alles zeggen,dus ik zeg: Graag meteen
Het wachten op de echte ontmoeting, dat is de Eucharistie, maar heel veel moeten daarop wachten, soms eindeloos.
Ik probeer het te begrijpen, maar het lukt van geen kant.