Waarom heiligen vaak niet makkelijk zijn in de omgang - homilie van Nikolaas Sintobin sj
Hier heb je mijn homilie voor dit WE in de Krijtberg.
1 Kon 19,16b.19-21 Galaten 5,1.13-18 Lucas 9,51-62.
Laat me beginnen met een grap. Een oude jezuïet was stervend. De
man had een mooi en rijk leven achter zich. Toch was hij heel onrustig. Hij
woelde heen en weer in zijn bed. Zijn ogen straalden angst uit. Zijn
medebroeders snapten er niets van. Ten einde raad haalden ze de geestelijke
vader van de oude jezuïet erbij. Mijn goede vriend, zei die tot hem, je weet
toch dat Onze Lieve Heer klaar staat om je met open armen te ontvangen in de
hemel. Als er iemand is die geen schrik hoeft te hebben om te sterven, dan ben
jij het! Oh, zei de stervende jezuïet, weet je, ik heb helemaal geen angst voor
onze Lieve Heer. Welintegendeel. Maar ik zie er zo tegen op om onze heilige
vader Ignatius onder ogen te moeten komen.
Inderdaad de heilige Ignatius van Loyola had de reputatie
van niet makkelijk te zijn in de omgang. In het bijzonder met medebroeders
waarvan hij veel hield en voor wie hij het meest wenste dat ze volledig zouden
leven als Jezus. Ruimer, is het algemeen geweten dat een zekere hoekigheid iets
typisch is voor heiligen. Dit zegt iets over de radicaliteit waarmee deze
mannen en vrouwen zelf het Evangelie probeerden te beleven. Daar gaat het precies
over in de lezingen die we zonet hoorden. Iemand spreekt er Jezus aan en zegt
Hem: 'Ik zal U volgen, waar Gij ook heen
gaat”. Die persoon, man of vrouw, we weten het niet, zegt, met andere
woorden, dat hij helemaal wil leven zoals Jezus. Een goede reden om die mens hartelijk
te bejegenen. Je kan bezwaarlijk zeggen dat de reactie van Jezus erg wervend klinkt:
·
De vossen
hebben holen en de vogels hun nesten, maar de Mensenzoon heeft niets waar Hij
zijn hoofd op kan laten rusten.
·
Laat de
doden hun doden begraven; maar gij, ga heen en verkondig het Rijk Gods.
·
'Wie de
hand aan de ploeg slaat, maar omziet naar wat achter hem ligt, is ongeschikt
voor het Rijk Gods.
Wil dit zeggen dat je als christen zo arm moet zijn dat je
zelf geen eigen hoofdkussen mag hebben? Dat je in die mate afstand moet nemen
van je familie dat je zelf je vader niet meer mag begraven en dat je je
dierbaren definitief op een afstand moet houden?
Zeker is dat Jezus ons uitnodigt tot radicaliteit. Christen
zijn is meer dan een interessante hobby die je af en toe beoefent maar die
weinig of geen invloed heeft op je dagdagelijkse leven. Christen zijn is een
levenslange dynamiek die wil doordringen tot in de wortels van ons bestaan.
Maar hoever moet die radicaliteit dan gaan? In zijn brief
aan de Galaten die we zonet hoorden geeft Paulus ons een belangrijke
leessleutel: Christus heeft ons bevrijd
opdat wij in vrijheid zouden leven. Christen zijn is vrij worden en steeds
meer vrij zijn. Vrij zijn. Wat wil dat zeggen. Betekent dat dat je op elk ogenblik
van je leven om het even wat moet kunnen en mogen doen? Dat is niet de vrijheid
die Jezus ons voorleeft. De christelijke vrijheid gaat over het luisteren naar
Gods Geest. Die vrijheid heeft alles te maken met gehoor-zaamheid. De echt vrije mens is de man of de vrouw die zo
vrij is komen te staan van wat niet God is dat hij of zij enkel nog maar
verlangt te doen wat God van hem of haar vraagt. De vrije mens is de mens die
zo intens gelooft dat God hem wil leiden op het pad van leven en liefde dat God
hem voor houdt dat hij enkel nog maar verlangt om dat pad te bewandelen.
Voor sommigen betekent dit ze zich terugtrekken in een abdij
en het contact met hun familie tot een minimum beperken. Dit zijn
uitzonderingen. Voor de meeste christenen zal die gehoorzaamheid leiden tot een
leven waar aan de buitenkant niet zoveel te zien is. Radicaliteit in de liefde
in hun gezin, in de solidariteit met armen, in het respect voor de natuur, in
hun professionele ethiek enz. Niet minder
radicaal. Wel anders radicaal.
Heiligen zijn mensen die op een bijzondere wijze die
radicaliteit hebben beleefd. Dat maakt dat het soms schuurt in de omgang met
hun naasten voor wie die radicaliteit confronterend kan zijn. Ik wens ons allen
toe dat we ons door die heiligen durven laten uitdagen. En dus in de eerste
plaats door de heilige bij uitstek, Jezus. En dat we in die soms verscheurende
confrontatie nooit vergeten dat de Heer ons uitnodigt tot steeds meer leven en vreugde.
Nikolaas Sintobin sj
Nikolaas Sintobin sj
Reacties
U hebt vast samen gebeld: Paulus was ook geen makkelijke figuur.
Wat ik lees over heiligen is ook niet bemoedigend.
Ik moet van een vriend op mijn knieën bidden voor zijn zaken: Pieker er niet over.
Ik heb nog een kussen voor Jezus, Hij zorgt wel voor een vis met geld (tempel belasting). Ik hoor van Hem wel wat het wordt vandaag, over morgen geen zorgen was Zijn raad.
De deur staat open voor eenzame figuren, we proberen zinnig te zijn.
Een haalbaar weekend gewenst. Advies: geen deurbel.
Fouten in namen zijn niet leuk.
Ik heb alles gereed, nu nog streven naar volmaaktheid.
Nou een klus niet troost brengt was beloofd door
Ignatius. Even vragen om zijn hulp.