Het verschil tussen Jezus en andere grote religieuze figuren - Homilie van Nikolaas Sintobin sj voor deze zondag
Jaren geleden was ik met studenten op inleefreis in Karnataka, in het Zuidwesten van India. We gingen er om een schooltje te bouwen in een afgelegen dorp. Na afloop reisden we enkele dagen rond. We bezochten allerhande tempels. Heel oude maar ook moderne. Groot was mijn verwondering toen we rondwandelden in zo’n recent gebouwde tempel. Een van de ruimtes die we bezochten leek wel een kapel: allerhande beelden van katholieke heiligen, een mooi beeld van Maria en in het midden een groot kruisbeeld. De gids legde ons uit dat dit helemaal niet uitzonderlijk was in hindoetempels. De hindoes hebben er helemaal geen last mee om religieuze figuren uit andere godsdiensten te vereren. Voor hen geldt, bij manier van spreken, hoe meer goden of heiligen hoe liever. Veel hindoes hebben dan ook een grote achting voor Jezus. Net zoals ook andere grote religieuze tradities, in het bijzonder de islam, een bijzondere plaats toekennen aan Jezus.
Maar vandaag leert Johannes ons dat de plaats die wij christenen toekennen aan Jezus nog van een heel andere orde is. “Ik ben de weg, de waarheid en het leven” horen we Jezus zeggen in het 14de hoofdstuk. Dit is een zinnetje dat ons zo vertrouwd in de oren klinkt dat we er misschien al te vlot over heen gaan. In de wereldgeschiedenis van de godsdiensten zijn er veel mensen die een belangrijke rol hebben gespeeld en die hoog worden geacht: Mozes, Boeddha, Confucius, Mohammed . Maar er is er geen een die van zichzelf zegt wat Jezus zegt en die daarin ook nog wordt erkend door zijn volgelingen.
“Niemand komt tot de Vader dan door Mij”. Of nog: “Wie Mij ziet, ziet de Vader.” In Jezus, en in Jezus alleen zien we de volheid van wie God is. Het is goed om ons te inspireren aan grote mensen: onze eigen heiligen of ook die uit andere tradities. Wij kunnen van alles leren van hen. Maar het is het is enkel de navolging van Jezus die ons kan leiden tot volheid van waarheid en leven. Jezus is de weg naar God. Niet “een” weg. Maar dé weg.
Vraag is nog of wij dit echt geloven. Of wij bereid zijn, écht bereid om de totaal onwaarschijnlijke aanspraak die deze woorden bevatten tot ons te laten en om daar consequent de lessen uit te trekken. Niet eenmaal. Niet af en toe. Niet enkel als we in een vrome bui zijn. Maar steeds opnieuw en in alle mogelijke omstandigheden. Het is belangrijk om ons regelmatig die vraag te stellen. Christen zijn is immers nooit een verworvenheid. Het is steeds en telkens opnieuw een vrije keuze en een engagement.
In de eerste lezing uit de Handelingen van de Apostelen noemt Lucas twee concrete punten die ons kunnen helpen bij ons verlangen om Jezus daadwerkelijk de Heer van ons leven te laten zijn. Eigenlijk kennen we ze al. Maar het is goed om er, steeds opnieuw, aan herinnerd te worden.
Ten eerste noemt hij het gebed: de intieme samenspraak met Jezus. Of het nu gaat over het bidden met de Schrift, de rozenkrans, stille aanbidding, lofgebed, bidden op je eentje of samen met anderen … De vorm doet er niet zozeer toe. Het belangrijke is wel om regelmatig tijd vrij te maken om zo maar bij de Heer te zijn. Je door Hem te laten beminnen en te laten bevragen. Naar Hem kijken en luisteren en zo meer op Hem gaan gelijken en Hem beter kunnen navolgen.
We hebben steeds duizend en een goede redenen om andere, meer dringende zaken te doen. Maar zoals liefde niet kan blijven duren als de geliefden niet regelmatig bij elkaar zijn, zo ook is het noodzakelijk dat de christen er voor kiest om tijd te verliezen in de aanwezigheid van zijn Heer.
Lucas vertelt ons vervolgens dat de eerste christengemeenschappen ook veel aandacht schonken aan wat we thans met een heel mooi woord “goede werken” noemen. Echte liefde uit zich immers ook en vooral in daden. Je kan maar echt houden van God als je ook houdt van zijn mensen. Zo belangrijk als gebed en innerlijk leven zijn, ze worden maar geloofwaardig als ze handen en voeten krijgen. Te beginnen in de naaste omgeving.
In sommige periodes van ons leven zullen we ons meer aangetrokken voelen tot gebed. In andere etappes zullen we het meer zoeken in het daadwerkelijke engagement. Beide zijn belangrijk . En wel beide tegelijk. Het zijn twee pijlers van het leven van Jezus zelf. Door ze ook in ons leven een plaats te geven laten we toe dat de Heer daadwerkelijk weg, waarheid en leven kan worden. Voor onszelf en voor andere mensen.
Reacties
In " kerk en leven " worden die teksten wekelijks geciteerd. Maar bij ons ( Aartselaar, Rupelkerk ) is er 1e lezing uit de Exodus, een 2e uit de 2e brief aan de Korinthiers. Het evangelie kwam van Johannes 3, 16 - 18.
Vriendelijke groeten,
PaulCrets