Hoe een adelaar worden?
Gisteren ging ik voor in de studentenviering van Leuven. Hieronder mijn homilie.
Woensdag in
de tweede week van de Advent
Jesaja 40,25-31 Matteüs
11,28-30
Bijna 50
jaar geleden reisde Paus Paulus de VI naar New York. Hij was de eerste Paus die
er de UNO zou toespreken. Hij omschreef er de Kerk als “expert in
menselijkheid”. Dat kan nogal hoogdravend klinken. Toch raakt deze uitspraak aan de kern van het christelijk mysterie. Als drager van de Blijde Boodschap van
Christus is de Kerk, is het christendom inderdaad geroepen om deskundige te
zijn in wat menszijn betekent. Jezus leert ons God kennen en door ons God te
leren kennen leert Hij ons ook wie wij, mensen, zijn.
In
Jezus komen die twee namelijk helemaal samen: mens en God, God en mens. Het is
de kern, het fundament van ons christelijk
geloof: wat we noemen de dubbele natuur van
Christus. We zijn zo gewoon om dit te horen dat we vaak niet ten volle
inschatten hoe onvoorstelbaar deze sokkel van onze geloof wel is. Het is dé
paradox bij uitstek van het christendom: grootheid en kleinheid, eindeloosheid
en eindigheid, Schepper en schepsel die één worden. Hoe kan je in
godshemelsnaam die polen samenbrengen?
Voor
joden en moslims was het historisch de steen des aanstoots die hen deed breken
met het christendom. Inderdaad, voor deze twee monotheïstische godsdiensten is
de idee dat de grootheid van God helemaal kan samenvallen met de kwetsbaarheid
van de mens onaanvaardbaar. Het is net
op dit spanningsveld dat de Adventstijd ons voorbereidt.
De
lezingen van vandaag bieden ons hier een interessant perspectief. Het gaat er
over sterk en zwak, over uitputting en kracht,
over nederigheid en macht.
We hoorden Jesaja op poëtische wijze beschrijven
hoe God verlangt om volle kracht te kunnen geven aan de mens. Hij wil van ons onvermoeibare
adelaars maken: dat zijn de vogels die het hoogst kunnen vliegen in de hemel. Vraag
is uiteraard hoe je zo’n adelaar kan worden? Wat moet je doen om zo’n brede en
krachtige vleugels te krijgen.
Jesaja zegt ons hoe je toegang kan krijgen tot wat hij die “overvloedige energie”noemt
die maakt dat je kan lopen, zonder moe te
worden, en rennen, zonder uitgeput te raken”.
Het antwoord is bijna onstellend eenvoudig: het volstaat te vertrouwen op God.
De
vraag is dan natuurlijk wat dat betekent, vertrouwen op God. Wat betekent het
concreet voor ons vandaag, om ons leven toe te vertrouwen aan God? Hoe doe je
dat? Wat veronderstelt dat vertrouwen?
Om
het antwoord hierop te krijgen kijken we uiteraard het best in de richting van Jezus.
In de lezing uit Matteüs van vandaag geeft Jezus ons een hint: hij nodigt uit
om te worden zoals Hij, ttz: “zachtmoedig
en nederig van hart”. De voorwaarde om Gods kracht te kunnen ontvangen is
om zacht en nederig te worden. Je tegenover God durven bekennen als klein en
kwetsbaar is de houding van vertrouwen bij uitstek. Durven erkennen dat, hoe
getalenteerd je ook bent, je het eigenlijk allemaal als een geschenk ontvangen
hebt. Dat hoe rijk je ook bent, je niet volstaat aan je jezelf.
Die
zachtmoedigheid en nederigheid waar Jezus aan alludeert verwijzen dus niet naar
een miserabilistische houding van zelfbeklag of angst voor het leven. Terecht
werd die door Nietzsche aan de kaak
gesteld. Het gaat wel over de zachtheid en nederigheid van het kerstkind dat verlangt
om voluit het leven te ontdekken en
ervan te genieten. Het gaat over de grootheid van de mens die gelooft dat hij
oneindig veel kan ontvangen van Gods liefde. Ook al zal die goddelijke genade
hem vaak in een andere richting sturen dan hij of zij gedacht had.
De
enige voorwaarde die God stelt is dat wij onze handen open houden. Zoals
Theresia van Lisieux het bijna jubelend schrijft: ik sta voor God “met lege handen”. En net omdat mijn
handen helemaal leeg zijn, kan ik er zoveel goddelijke genade in ontvangen.
Niet voor niets had Theresia gevraagd om “Theresia
van het kind Jezus” genoemd te worden.
De
christelijke openbaring is inderdaad een leerschool in voluit mens worden. De
Blijde Boodschap is één grote oproep om het avontuur van het leven ten volle
aan te gaan. Om dankbaar te ontdekken dat onze kleinheid een rechtstreekse springplank
is naar God.
Reacties
Een rake beschrijving !
En proficiat met de nieuwe website.
Erwin
Dank voor deze bemoedigende homilie
Het is pure genade om deze woorden te mogen ontvangen en een bron van nieuw leven voor de komende tijd!!