Niet geschikt voor gevoelige lezers: het geloofsgetuigenis van Jean de Brébeuf sj en Isaac Jogues sj

Van deze “Canadese martelaren”
zijn veel brieven bewaard. Sommige zijn teksten ondraaglijk hard. In het bijzonder
diegene die de martelingen beschrijven. Andere passages getuigen dan weer van
humor. De rode draad doorheen deze bladzijden is echter de spirituele ervaring
en gedrevenheid van deze missionarissen. Ze getuigen ervan hoe het geloof in
Jezus Christus mensen niet alleen uitzonderlijke kracht kan geven, maar ook
vreugde, rust en vertrouwen.
Onderstaand “verslag” werd geschreven door tijdsgenoot Paul
Ragueneau sj. Niet geschikt voor gevoelige lezers.
… Zodra
ze gevangen genomen waren, ontkleedde men hen tot ze naakt waren, en rukte hen enkele nagels uit. Toen ze het dorpje van Sint Ignatius binnenkwamen
werden ze onthaald op een regen van stokslagen op hun schouders, lendenen,
benen, maag, buik en aangezicht. Elk deel van het lichaam kreeg zijn deel van
de foltering. …
Enkele
ongelovige Huronen, gewezen gevangenen van de Irokezen en aan hen gelijk
geworden en oude vijanden van het geloof, waren geïrriteerd omdat onze gevangen
paters niet spraken zoals gevangenen. Van een hakten ze de handen af; een ander
doorboorden ze met scherpe priemen en met ijzeren pinnen; onder hun oksels en aan hun lendenen tekenden
ze hen met in het vuur verhitte bijlen en ze hingen om hun hals een band met
gloeiende bijlen. Zodanig dat elke beweging die ze maakten met hun lichaam een
nieuwe foltering met zich bracht. Immers, bogen ze zich naar voren, dan
verschroeiden de gloeiende bijlen hun schouders. En als ze deze pijn probeerden
te vermijden door wat achterwaarts te buigen, dan werden hun buik en borst op
gelijkaardige wijze gefolterd. Als ze gewoon rechtop bleven, zonder naar de een
of de andere zijde over te hellen, dan deden de gloeiende bijlen die hen van
alle kanten aanraakten dubbele pijn. Ze deden hen gordels om van in pek en hars gedoopte schors. Deze
werden in brand gestoken en roosterden hun hele lichaam.
…
Pater Jean
de Brébeuf zag af als een rots, ongevoelig voor het vuur en de vlammen, zonder
te schreeuwen. Hij bleef heel stil wat zelfs zijn beulen verwonderde. Waarschijnlijk was zijn hart toen verzonken
in God. Toen hij terug bijkwam, predikte hij tot de ongelovigen en meer nog tot
de grote groep christenen die gevangen waren en die medelijden hadden met hem.
De beulen
waren verontwaardigd door zijn geloofsijver. Ze legden hem het zwijgen op,
sneden zijn neus af en rukten zijn lippen af; maar zijn bloed sprak luider dan
zijn lippen gedaan hadden, en, vermits zijn hart nog niet uitgerukt was, stopte
tot op het laatste ogenblik zijn tong niet dienst te bewijzen. Hij zegende God
te midden van de folteringen en bemoedigde de christenen met meer kracht dan
hij ooit gedaan had. Om te spotten met het heilig doopsel dat deze paters met veel liefde hadden toegediend, zelf in
heel moeilijke omstandigheden, kwamen deze ongelukkige vijanden van het geloof
op het idee om hen te dopen met kokend water. Twee tot drie maal werd hun hele lichaam ermee
overgoten. Intussen gingen deze folteringen ook nog eens gepaard met bijtende
spot. We dopen je, zo zeiden die ellendelingen, opdat je zalig zou zijn in de
hemel. Immers, zonder een goed doopsel,
kan je niet worden gered. Anderen voegden er spottend aan toe: we doen
dit uit vriendschap want dankzij ons zal je daarboven in de hemel heel gelukkig
zijn; wees ons dankbaar voor die goede diensten die we je bewijzen, want, hoe
meer je lijdt, des te meer zal je God het je vergoeden.
…
Het
hoogtepunt van de martelingen van pater de Brébeuf duurden ongeveer drie uur.
Het was de dag zelf van zijn gevangenneming, de 16de dag van maart.
Hij stierf omstreeks 4 uur in de namiddag.
Reacties
Dank U!
Dat ikzelf dat zo niet door had!!!