Kuis
Onlangs mocht ik bij Franse vrienden een kindje dopen. Het luistert naar de hier weinig bekende naam “Gonzague”. Patroonheilige is Louis de Gonzague sj, een jonge Italiaanse jezuïet die stierf in Rome bij het verzorgen van pestlijders, in het jaar 1591.
Louis de Gonzague wordt vaak afgebeeld met witte lelies. Op 9-jarige leeftijd (?!) had hij namelijk een gelofte van eeuwige kuisheid afgelegd. Voor de (post)moderne kritische mensen die we zijn is het voor de hand liggend om hierbij allerhande bedenkingen te formuleren.
Dit belet niet, en daar ging mijn preekje dan ook over, dat kuisheid (castitas) een heel waardevolle deugd is die niets aan betekenis heeft ingeboet.
“Kuis” komt van het Latijnse “castus”, wat zoveel betekent als afgescheiden. Castratie heeft dezelfde etymologische oorsprong. Het tegengestelde van kuis is fusioneel, het niet respecteren van de afstand of nog, het verlangen om de ander te bezitten, te domineren.
Kuisheid raakt aan de kern van wat liefde is. Het gaat over het respecteren van de ander voor wie en wat hij/zij is en wel op zo’n wijze dat hij/zij steeds meer kan groeien tot wie hij/zij geroepen is te worden.
Kuisheid richt zich niet enkel tot dat kleine groepje christenen die een uitdrukkelijke gelofte daaromtrent afleggen. Elke christen is geroepen om kuis te zijn, in het bijzonder tov de mensen die hem/haar worden toevertrouwd.
De uitnodiging tot kuisheid richt zich dan ook bij uitstek tot ouders.
Delen
Reacties