Een gewoon mens zijn (Jezuïetenwijsheid 1/5)
“Gun het jezelf gewoon mens te zijn”
Jim Martins is een
Amerikaanse jezuïet van begin de vijftig. In een artikeltje deelt hij met de
lezer de vijf mooiste staaltjes van jezuïetenwijsheid die hij ooit te horen
kreeg.
In 1989 was ik een
kersverse novice in Boston, 28 jaar oud. Ik kreeg te horen dat mijn volgende
stage plaats zou vinden in Kingston, een sloppenwijk van Jamaica. Ik wist wel
dat werken met armen deel uitmaakte van mijn leven als jezuïet. Toch was ik
doodsbang. Misschien zou ik wel overvallen worden of ziek worden. Het feit dat
een 2de-jaarsnovice allerhande huiveringwekkende verhalen vertelde over die
sloppenwijk en daarbij lekker overdreef maakte de zaak alleen maar erger.
De avond voor ik vertrok
naar Kingston zat ik in de woonkamer en staarde (ik was gewoon te zenuwachtig
om echt te lezen) naar de krant. Een oudere medebroeder kwam langs en sprak me
aan. Joe McCormick sj, een ervaren geestelijk begeleider, was een van de meest
vrije mensen die ik kende: warm, open, vreugdevol. “Klaar
voor Jamaica?” vroeg hij me. Al mijn angsten kwamen eruit. Joe luisterde
geduldig tot ik helemaal uitgesproken was.
“Waar heb je het meest
schrik voor?” vroeg hij. Ik antwoordde dat ik schrik had om ziek te worden en
dat ik voortijdig terug naar huis zou moeten komen. Dat zou pas vernederend
zijn, dacht ik zwaarmoedig.
Joe knikte instemmend en
zei: “Ben je bereid om het jezelf te gunnen om ziek te worden, Jim? Je bent
toch maar een gewone mens, met een lichaam. En soms gebeurt het dat een lichaam
ziek wordt. Het ergste dat zou kunnen gebeuren – terug naar huis moeten komen –
is toch echt niet het einde van de wereld. Waarom zou je het jezelf niet gunnen
om gewoon mens te zijn?”
De hemel klaarde open.
Eigenlijk had hij toch wel gelijk. Waarom me niet gewoon wat ontspannen en
gewoon mens zijn. De wereld zou echt niet vergaan mocht ik ziek worden. Ik
vertrok naar Jamaica … en was geen moment ziek. Ik werd er wel meer mens.
Reacties
Wat me hier vooral treft is dat vrijheid direct samenvalt in de context met: angstvrijheid. Eigenlijk had ik dat al meteen, maar dat zinnetje: al mijn angsten kwamen eruit, bevestigde het.
Angstvrijheid is universele vrijheid en in feite de enige vrijheid die volstrekt benijdens- en nastrevenswaardig is. Dood waar is uw prikkel, graf waar is uw overwinning, wie de dood niet vreest, vreest niets lijkt me.
Ben ik angstvrij? Nog altijd niet. Ik denk dat alleen God werkelijk angstvrij is, en diegenen die geheel en duurzaam in bezit genomen zijn door Gods Geest, in wie Gods Geest groter geworden is dan zijzelf, ruimte gekregen heeft als een walvis in de oceaan en niet zoals bij mij als een arme goudvis in een veel te kleine kom. Die afgeknepen God zwemt maar rondjes tegen het glas en kan niks beginnen met mijn leven, omdat ik Hem geen ruimte geef, de ruimte die hij verlangt en waar Hij ook recht op heeft, die bij Zijn maat past. Ofwel in staat van genade zijn en dat weten vast te houden maakt angstvrij. Of geeft de kracht zijn angsten niet zijn keuzes te laten bepalen, want daar gaat het om. Wat is angstvrijheid?Volgens mij de hemel op aarde. Heer, schenk mij dat en ontdoe mij van alle beletselen waarmee ik nog vastzit aan mijn lagere ik, dat infiltratief verstrengeld is met allerlei angsten, waardoor ik niet ben wie ik kan zijn en wie Gij wilt dat ik zal zijn. Heer, slaak al mijn boeien en geef ons de ruimte.