“Je bent niet met iedereen getrouwd” (Jezuïetenwijsheid 3/5)
Toen ik in Chicago filosofie studeerde aan de Loyola Universiteit woonde ik in een heel aangename jezuïetengemeenschap. Ik maakte er heel wat vrienden. Toch was er een probleem: nogal wat van de leden van de gemeenschap hadden verschillende gewoontes en voorkeuren. Het was de eerste maal dat ik in een grote gemeenschap leefde met zoveel verschillende wijzen van in het leven staan.
Bijvoorbeeld, er was iemand die het niet leuk vond als je zijn natte kleren niet uit de wasmachine haalde en in de droogkast stopte. “Waarom stopte je mijn kleren niet in de droogkast? Ze zijn toch nat?” Een ander iemand werd dan net boos als je zijn kleren wel in de droogkast stopte. “Waarom deed je mijn kleren in de droogkast? Nu gaan ze krimpen!” Een medebroeder praatte niet graag over studies aan tafel: té stresserend. Een andere vond dit net prettig. Het hielp hem om stoom af te laten. Moeilijk om dit allemaal bij te houden … Hoe kon ik goed doen voor elkeen? Op een goede dag zei ik aan mijn overste: “Het is net alsof ik heel precies moet onthouden wat de een wel en de ander niet graag heeft. Ik word er gek van.”
Dick Vande Velde sj, de geestelijk begeleider van de jezuïeten in opleiding in Chicago, moest glimlachen en zei: “Jim, je bent niet met iedereen getrouwd. Het is niet nodig iedereen te behagen. En zelf al zou je dat proberen, het zou je niet lukken. Wees gewoon vriendelijk en goed. Dan komt het wel in orde.”
Achter het goede verlangen om iedereen te behagen, kan het minder goede verlangen schuilgaan dat iedereen wordt zoals jij. Dat kan gewoon niet. Zelf Jezus werd op aarde niet door alle mensen geapprecieerd. Waarom zou dat voor mij wel het geval moeten zijn?
Reacties