Puur tijdverlies?
Enkele dagen geleden zat ik aan tafel
met een bejaarde medebroeder. Hij zei me, overigens heel vriendschappelijk, dat de
zin van wat ik allemaal deed voor internet hem helemaal ontging. Voor hem was
dit puur tijdverlies. Enkele uren later kwam ik een wachtzaal binnen waar twee
jongetjes ook hun beurt afwachtten. Vermits ik wist dat het wachten daar lang
kon duren, had ik mijn laptop meegebracht. De beide kinderen zagen me
nauwelijks. Ze waren druk in de weer met … hun draagbare computer.
Het belang van de ommekeer die de
computer en het internet met zich hebben gebracht valt nauwelijks te overschatten.
Het is te vergelijken met de revolutie die de boekdrukkunst aan het einde van
de 15de eeuw heeft ingeluid. Het leidt tot een radicale verandering
van onze communicatie- en kenniscultuur.
Voor “digital” natives (mensen geboren
tijdens het digitale tijdperk) is het een evidentie. Zelf behoor ik tot een
tussengeneratie bij wie dit nog niet altijd even diep doorgedrongen is. Maar
mijn generatie is wel diegene die in onze samenleving de verantwoordelijkheid
draagt …
Al bij al, meen ik, is de Kerk al flink
gevorderd in het au sérieux nemen van deze evolutie. Want ook voor de
Evangelisatie is het internet niet alleen niet meer weg te denken. Bovendien
biedt het mogelijkheden die ongekend rijk en divers zijn.
En zeggen dat we nog maar aan het begin
staan van deze digitale revolutie.
Reacties
Ik volg met interesse uw weblog en wens u er veel voldoening van.
Ik moet denken aan iets bij mij in de buurt. Ik laat een hondje uit, kruising Maltees-Chichu. Er is een groepje Turkse meisjes, echt nog kinderen, in de leeftijd van 6 tot 8. Ze spelen buiten en als ze mij in de verte met het hondje zien rennen ze naar me toe en zeggen: opa opa, mogen we Djimat uitlaten? Dan verdeel ik de afstanden: Esra, jij tot de lantaarnpaal, Esmeraj, jij tot het volgende bosje, Melis, jij dan weer tot die auto daar en Accilia, jij dan weer terug tot het huis van oma en dan gaat opa alleen verder. Dolle pret: opa wilt u een stukje rennen, want dan gaat de hond ook rennen nl. Gisteren kwam Accilia naar me toe gerend uit de verte en zei spontaan tegen me: opa, als ik u zie of oma of Djimat, wordt ik altijd helemaal blij van binnen, ik snap niet hoe dat komt, ik vindt u alledrie zo vreselijk lief. Ik zei: dat is goed Accilia, dat is de geest van het kind, die moet je zien vast te houden, die heb ik zelf ook en oma ook. Ze begreep me. Ik zei: God is liefde, ruzie en bloedvergieten en dat allemaal is niet van God. Wat je voelt is de vreugde van God. Weer begreep ze.
Ik bedoel hiermee te zeggen: even zo een live contact met een kind kan zoveel doen misschien in zo'n hartje. Dat oogcontact, de stemmen, de tranen die ik voelde van vreugde, dat allemaal is toch moeilijk bereikbaar virtueel.