Over een dove die uitstekend kan luisteren - Homilie van Nikolaas Sintobin sj
23ste ZONDAG
DOOR HET JAAR - Jaar B
Jesaja 35,4-7a Jacobus
2,1-5 Marcus
7,31-37
Een tijd geleden nam ik deel aan een grote internationale bijeenkomst van jezuïeten: samen bidden,
vergaderen, en werken. Een soort happening
waar ik mee vertrouwd ben. Wat ongewoon voor mij was dat er vooraan in de
vergaderzaal of in de kapel twee
tolken zaten. Die maakten druk alle mogelijke bewegingen met hun handen en hun
gelaat. Inderdaad, een van de aanwezige Britse jezuïeten, Paul, was doof
geboren. Hoewel hij als peuter zichzelf geleerd had om lip te lezen, was die
simultaanvertaling toch best zinvol voor hem. Ik moest opkijken toen ik vernam welke de zending is van Paul: hij is studentenpastor
in Londen. Hij kan namelijk uitzonderlijk goed luisteren. Omdat hij zo goed
als geen geluid hoort en heel aandachtig de lippen leest, is hij in het gesprek
volledig geconcentreerd op wat de persoon voor hem vertelt. Conclusie: zo doof
als hij is, Paul is een expert in luisteren.
Marcus verhaalde ons zonet een ontmoeting tussen Jezus
en een dove man. De uitkomst is dat de man normaal kan horen en spreken. Wat
doet Jezus om dit mogelijk te maken? Twee dingen. Ten eerste neemt Jezus de man
terzijde en raakt hem meerdere malen aan. Hij treedt, maw, in relatie met hem. Vervolgens
zegt Jezus hem: Effeta: een Aramese werkwoordvorm die letterlijk betekent: “wees
open”. Het is een van de weinige uitdrukkingen in de evangelies waarvan de
exegeten aannemen dat ze behoren tot de ipsissima verba: de woorden die Jezus
letterlijk, en wel in die taal, heeft uitgesproken. De dove kan opnieuw horen
en spreken, doordat hij in relatie treedt met Jezus en door zich te openen.
Zou het kunnen dat beide aspecten raken aan de kern
van wat christen zijn betekent? De wijze van leven waartoe Jezus mensen
uitnodigt is er een van openheid en dus van relatie. Het christendom is niet in
de eerste plaats een leer. In tegenstelling tot het Jodendom en de Islam zijn
wij geen godsdienst van het boek waarin je eens en voorgoed de definitieve
waarheid kan lezen. Christen zijn is in
de eerste plaats in relatie treden met Jezus. Elke dag opnieuw. Net zoals God,
de drieëne God, zelf - an sich - ook
relatie is. Christen zijn is een dynamisch, bewegend gebeuren.
Dit betekent niet dat de christelijke openbaring niet
definitief zou zijn. Aan de inhoud van de Bijbel kan niet geraakt worden. En de Traditie, in het bijzonder die van de primitieve Kerk, heeft een
uniek gezag. Tegelijkertijd dienen beide voortdurend geïnterpreteerd te worden
en vertaald naar de concrete situaties: vertrekkend van die relatie met de
levende Heer en in voortdurende openheid. Vanuit het geloof dat Bijbel en
Traditie ons nog veel meer te leren hebben dan wij op dit ogenblik reeds denken
te weten. Dan pas wordt het mogelijk om echt te luisteren en, zoals Jezus, om te
spreken, met gezag.
ð Luisteren naar de Bijbel en naar de Traditie. In openheid. Om ons te
laten inspireren in onze dagdagelijkse beslissingen. En om ons te laten bevragen,
ook in onze zekerheden.
ð Luisteren binnen de Kerk. In openheid.
Niet om de ander te overtuigen van het eigen grote gelijk. Niet in
functie van voor of tegen, wit of zwart. Wel om te onderscheiden. Om er achter
te komen wat de Geest ons vandaag vraagt en wat Hij met zijn Kerk voorheeft.
ð Luisteren naar elkaar en naar de ruimere samenleving en wereld: in
openheid. Ook naar de nieuwe, soms dringende vragen die de wereld ons stelt.
Het wonderverhaal dat we vandaag hoorden is ten volle
Blijde Boodschap. Het toont ons dat de nabijheid bij de Heer ons leert
luisteren, zonder angst. Dat echte luisterbereidheid mogelijk maakt dat je
antwoorden krijgt. Ook op onverwachte vragen.
Reacties