Homilie voor de 11e zondag door het jaar B Ez. 17, 22-24 Ps. 92 (91), 2-3, 13-14, 15-16 2 Kor. 5, 6-10 Mc. 4, 26-34 Heb je ooit graszaad gezien? Het lijkt op kurkdroge stukjes gehakt stro. Het oogt zo dood en onvruchtbaar als het maar kan zijn. Als kind heb ik meerdere malen gezien hoe het in onze tuin werd uitgestrooid in het vroege voorjaar. Zorgvuldig en gelijkmatig. Soms regende het hard de dagen erna. Het kon ook zijn dat het erg droog werd. Dan mislukte de inzaaiing. De kale grond bleef kaal. Dat was uitzonderlijk. Het wachten duurde altijd lang. Vaak was ik ongeduldig en had ik de moed al opgegeven. Ten onrechte. Meestal, na een tot twee weken, verscheen onverwacht een zachte, bijna doorzichtige, groene nevel net boven de grond. Hoe heerlijk mooi was dat. Het zaad was ontkiemd. Tot de dag ervoor was de mooi voorbereide grond nog hopeloos schraal en leeg. Plots ontwikkelde dat nieuwe leven zich zienderogen. Het was niet tegen te houden. Geleidelijk aa
Reacties
Er is een duidelijke richting naar een goede toekomst voor mij en diegene die ik achterliet.
Dank goede Geest