Hoe overleven in de dictatuur van het goede gevoel? - Help, het gaat niet goed met mij (7/13)
Wie Ignatius van
Loyola zegt, zegt onderscheiding van de geesten. In deze serie bespreek ik uiteenlopende
aspecten van deze ruggengraat van de ignatiaanse spiritualiteit. Meer in het bijzonder over wat te doen als het je
niet goed gaat.
Het “goed gevoel”: deugddoend maar niet onontbeerlijk.
Ignatius relativeert sterk
het belang van het “goede gevoel”.
En wel op twee manieren.
Ten
eerste omschrijft Ignatius de toestand waarin je je
slecht voelt, en dus de afwezigheid van dat goede gevoel, als een “beproeving”. Meer nog, hij stelt dat,
als die droefheid al niet gewild is door God, dat God er zich alvast niet tegen
verzet heeft. Met andere woorden, als God het heeft toegelaten, dan moet daar
blijkbaar iets goed uit kunnen voortkomen. Twee dingen kunnen hier uit afgeleid
worden.
Ø
Hoe wenselijk en deugddoend dat
goede gevoel ook is, het is blijkbaar een verkeerde voorstelling (bekoring) te
denken dat dat goede gevoel
levensnoodzakelijk zou zijn. Anders zou God niet toelaten dat het de
goede mens overkomt om in droefheid te verkeren. Vreugde is levengevend, maar niet essentieel. In laatste instantie
gaat het niet daar om. Ja, we kunnen ook zonder, hoezeer we er ook naar
verlangen. We lijken soms wel in een dictatuur van het goede gevoel te
leven.
Ø
Ignatius suggereert dat je die
afwezigheid van vreugde kan opvatten als een uitnodiging om het kaf van het koren te scheiden, om
onderscheid te maken tussen het essentiële en het bijkomstige. En dat warme
gevoel, hoe aangenaam en deugddoend ook, blijkbaar behoort dit niet tot het
essentiële.
Anders gezegd, de
beproeving, ook al is deze op zich niet goed en zal je er nooit om vragen, kan je toch helpen om te groeien
in gratuiteit en vertrouwen, en om dichter te komen tot de kern.
Reacties
Het is zeker niet aan te raden het rond te bazuinen, want het is niet in trek.
Het blijft gewoon verder gaan.