Hoe op zinvolle wijze omgaan met onzin van lijden? (1/4)
Heel lang kan ik
meestal niet bij de gedachte verwijlen dat het allemaal wondermooi is in Gods
schepping, en dat de mens, het laatste werk van Gods handen, de bekroning is
van dat wonder.
Vrij vlug komt mij de
wrange smaak in de mond, en in het hart van zoveel pijn, zoveel leed, zoveel
ellende, zoveel verdriet die mij voor de ogen worden gegooid, of die ik soms
zelf moet meemaken. Natuurrampen,
dodelijke of aftakelende ziekten die de uitbloei van een liefdesweg onmogelijk
maken. Zaken die soms zo mooi begonnen
waren en plots afgebroken worden. En, afschuwelijker nog, de wreedheden door
mensen aan mensen aangedaan. Zoveel
goede of onschuldige mensen getroffen door het kwaad.
En diep in mij draag
ook ik de kwetsuren die mijzelf door het leven of door medemensen werden
aangedaan. Zoveel dat mij soms naar de rand drijft van een afgrond van
zinloosheid waarin ik mezelf wel eens te pletter zou willen gooien.
Wel mogen wij niet
vergeten dat de ervaring van het kwaad altijd een contrastervaring is. Het
kwaad grijpt ons aan als contrast. Wij mogen dus de positieve achtergrond waartegen het kwaad als kwaad verschijnt, niet
uit het oog verliezen. Daarom juist voel ik dat ik God en zijn scheppingsdroom niet
zomaar opzij kan zetten. En toch, in hoeveel mensen zoek ik tevergeefs Zijn
beeld ? In hoeveel situaties zoek ik tevergeefs naar die droom ? Of moet ik het
anders gaan bekijken....? Maar hoe...?
Een anonieme jezuïet
Reacties
Ik ben geholpen maar zelf moet ik het opzij zetten.
God serieus nemen en Hem helemaal de leiding geven als ik er niet meer ben.
Jezus help mij. Ik denk aan uw liefde.