Refuge
Nathalie Salazar -Medina is lid van de Belgische tak van de Jesuit Refugee Service. Sinds 3 jaar gaat zij regelmatig uitgeprocedeerde asielzoekers bezoeken in het gesloten opvangcentrum, de Refuge, in Brugge. In onderstaand getuigenis stelt zij de vraag of God ook in de Refuge te vinden is.
Drie jaar geleden begon ik de Refuge te bezoeken. Wat wist ik over de Refuge? Niet meer dan de gemiddelde Bruggeling: dat het een soort gevangenis is waar “illegalen” worden opgesloten. Waarom worden ze daar opgesloten? Omdat ze iets verkeerd hebben gedaan, zeker?
Van op een afstand bekeken lijkt in een gesloten centrum alles onder controle te zijn en volgens de regels te verlopen, tot je eens van dichterbij gaat kijken en die “illegalen” persoonlijk ontmoet. Ik had nooit gedacht dat ik in zo’n centrum zoveel verdriet, wanhoop, angst, woede zou zien.
Deze week sprak ik er nog met iemand die in hongerstaking is. “Je ne veux plus vivre”, zei hij. Hij wil liever in België sterven dan terugkeren naar zijn land. Hij heeft al maanden geen nieuws meer van zijn familie in Ivoorkust en vreest dat zijn vrouw en kinderen vermoord zijn. Zijn asielaanvraag werd afgewezen omdat zijn verhaal ongeloofwaardig is.
Een aantal maanden geleden ontmoette ik in de Refuge een jonge Irakees, ook een afgewezen asielzoeker. Ze hadden hem drie keer proberen het land uit te zetten, maar hij heeft zich telkens verzet. Bij de derde poging werd hij door de politie in Zaventem hardhandig aangepakt. In tranen vertelt hij mij hoe ze hem op de luchthaven hebben vernederd en geslagen, terwijl ik een klacht voor het Comité P opstel.
Wat zeg je daarop? Hoe moet je reageren? Ik weet het niet. Ik weet alleen dat dit niet zou mogen gebeuren… Deze week zag ik een reportage over Haïti. Een Haïtiaan die alles had verloren zei in tranen “Ik vraag me soms af, is er wel een God die dit alles wil?”. Je geloof wordt op de proef gesteld, je stelt je vragen. Waar is God in dit alles?
In het gesloten centrum zie ik, ondanks alle ellende, soms kleine lichtpuntjes die een grote betekenis kunnen hebben. Iemand die angstig mijn lokaal binnenkomt, maar naarmate het gesprek vordert rustiger wordt en na afloop zijn dankbaarheid uitdrukt; iemand die al negen maanden opgesloten is en een pas aangekomen persoon probeert te troosten… Misschien is God daar wel te vinden.
Ik vraag me wel eens af hoe ik zelf zou zijn als ik opgesloten was. Hoe zou het aanvoelen om niet gewenst te zijn, niet welkom, mijn plannen gedwarsboomd. Zou ik opstandig zijn, verbitterd om wat mij overkomt of eerder geduldig en met stil verdriet afwachten? Als bezoeker van de Refuge ontmoet ik beide soorten personen. Het is niet gemakkelijk als je met woede en verdriet wordt geconfronteerd.
Toen ik de Refuge begon te bezoeken dacht ik dat ik dit soort werk niet lang zou volhouden, psychologisch veel te belastend. Maar er is meer dan de psychologie, er is iets dat verder reikt. Op de één of andere manier krijg ik de kracht die ik nodig heb om de confrontatie aan te gaan, om door te zetten. Misschien is God daar ook wel te vinden…
Nathalie Salazar-Medina
Lid van JRS-Belgium
Delen
Reacties